Daar gaan we dan. Ik, L.Oopmans begin mijn leven hier op W4W met vier verhalen over de vier dagen van de 100ste Nijmeegse Vierdaagse. Sommigen hebben mijn eerste bericht op dit forum al gelezen, waarin ik mij voorstel in het
Nieuwe Gebruikers Topic, en dit beloofde ik aldaar. Een aardige manier om hier te starten dacht ik zo.
2016 zou alweer mijn 6e Vierdaagse worden. Makkelijk te onthouden, begonnen in 2011, dus zolang ik het jaarlijks blijf halen, is het laatste getal van het huidige jaartal, ook het 'nummertje' wat ik zal halen. Ondanks ik al lang weet "hoe het gaat" komt toch de spanning weer enkele weken van tevoren bovendrijven. Ik heb me ingeschreven voor de 55km dit jaar. Dat helpt ook niet met de spanning en heb honderd keer naar de plattegronden gekeken. Eerst nog een stukje van de Stertochten, ik heb me ingeschreven voor twee etappes van Zuid-Holland en de parade.
Het loopt echter minder vlot. Net voor het weekend vóór de start van de Stertochten voel ik me even niet zo goed en heb griep-verschijnselen. Desondanks loop ik toch een laatste dagtocht samen met mijn stiefzus, omdat ik haar dat nog beloofd had en ik lieg daarbij een klein beetje over hoe ik mij voel. Ietsje beter, maar de afgelopen dagen blijken een flinke aanslag op mijn conditie te hebben gepleegd en ik kom spreekwoordelijk op de knieën binnen. Ik besluit me voor een van de etappes van de Stertocht en daarmee ook de parade in Nijmegen, af te melden. Ook verlaag ik mijn afstand voor Nijmegen van 55km, terug naar de voor mij minimale 50km. Ik wilde niet riskeren dat ik de volgende week in Nijmegen nog steeds niet honderd procent zou zijn en dan een afstand zou moeten lopen die het me net onnodig moeilijk zou maken.
De Dag van ElstGelukkig gaat het in de week richting de Vierdaagse weer beter, en ik kan toch de andere Stertocht etappe waarvoor ik was ingeschreven met plezier lopen. Ik ga dit jaar maandag naar Nijmegen. Voelt raar, de zondag nog thuis terwijl er ergens al mensen met polsbandjes rondlopen. Alsof ik continu iets mis of vergeet. Aangekomen in Nijmegen zie ik de oranje bandjes om de polsen van verschillende mensen. Even twijfel ik om toch voor de 55km te gaan, maar het weer omzetten van mijn afstand zou nu een klein fortuin kosten. En niet te vergeten een tijdje wachten in de rij bij de Centrale Administratie. Op de voor de gelegenheid omgedoopte "Ramblas" kom ik mijn oom en tante nog tegen. Zij lopen ook al jaren, langer dan ik. Normaal halen we elk jaar samen onze startbewijzen op, maar dit jaar kon het niet. Ik wens ze succes en wellicht tot morgen. Nadat ik zelf ook weer rood geketend ben, maak ik de rest van de dag nog gebruik van de gelegenheid om het Valkhof museum te bezoeken voordat ik naar mijn overnachtingsadres ga. In het museum is een leuke tentoonstelling over 100 keer Vierdaagse en ik leer weer genoeg bij.
De eerste nacht is altijd draaien in bed, wie kan er nu slapen? Als de wekker gaat ben ik eigenlijk al wakker. Het gebruikelijke ritueel is inmiddels goed ingestudeerd en ik sta ongeveer een kwartier voordat de bus komt, bij de halte. Ik herinner mij nog; vorig jaar op de laatste dag, kwam de bus niet. In allerijl wekte ik toen mijn gastheer- en vrouw, of ik met de fiets naar de Waalsprinter kon. Ik was denk ik nog nooit zo chagrijnig geweest. Blijkbaar herinnerden zij zich dat ook nog, want nu stond de fiets al klaar. Ik heb het niet nodig, de bus komt. Er zitten zo'n 6 andere lopers in de bus, de ene nog slaperiger dan de ander, met licht gespannen gezichten.
Mooi op tijd vertrekken we dan eindelijk vanaf de Wedren, ons een weg banend door de studenten. Het is weer begonnen. De mensen staan weer rijendik helemaal tot aan de mooi verlichtte Waalbrug om ons uit te zwaaien. Eindelijk kunnen we dit jaar weer de hele route lopen zonder omleidingen of bouwplaatsen. 's Ochtends kan ik echter nog niets van het resultaat van jaren bouwen zien. Ik krijg een berichtje van mijn tante, ze hebben zich ook dit jaar niet verslapen. Ze hebben late start, maar zijn ook al vroeg uit de veren en zelfs al onderweg naar Nijmegen. Ik loop een flink stuk door zonder te stoppen, en laat ook Bemmel achter me. Dit jaar geen ontbijtkoek of waterflesje gekregen van de burgemeester, en ik ben ook net te laat voor de vriendelijke mensen met de watermeloenen. De laatste wordt voor mijn neus weggehaald door een andere loper die daar net zoveel zin in had als ik.
Het is al erg warm. Ik hou niet erg van de warmte, ook niet van koude, maar ik wist dat ik het geen prettig weer zou gaan vinden. Op het stuk route langs de snelweg tussen Arnhem en Nijmegen komen de eerste liederen bij verschillende wandelaars alweer boven. Ik ken er eigenlijk na vijf keer lopen nog steeds geen één. Ook is er een nieuw onderwerp van gesprek; Pokémon. Voor en achter me gaat het over eieren die nu al uitgekomen zijn dankzij de gelopen kilometers. Ik snap er niks van, ik doe niet aan die spelletjes. Ik hou wel van spelletjes, maar geef mij maar een echte Nintendo.
Daar is Huissen dan alweer. Geen controle, maar wel mijn eerste rustplaats op het gezellige dorpsplein. Hier kan ik even 20 minuten naar de voorbij wandelende mensenmassa kijken. Een eindeloze stroom. De vreugde bij de plaatselijke bevolking zit er ook goed in, het terras achter mij zit stampvol, ondanks dat het nog steeds ochtend is. Mijn broodje is op, en ik ga weer verder. Op de dijk richting Arnhem en Elden begint de zon dan goed te branden. De hoed is weer opgezet en die blijf ik nat maken. Het water moet hier even uit mijn eigen fles komen, maar ik was voorbereid met een extra voorraad water. Ik loop door Elden en neem dankbaar een appel aan, om richting de grote samenkomst van routes te gaan.
Altijd een omslagpunt voor mij. Na dat punt vergeet ik altijd de tijd, loop ik gewoon met de stroom mee en begint
eigenlijk de échte Vierdaagse-dag. Langzaam doemt dan het geluid van de aankomende samenkomst in de verte op. Tijd om aan mijn tante mede te delen "dat ik er bijna ben". Ze stuurt me snel daarna terug; zij "waren er net". Dat komt dan redelijk uit, toch wil ik eerst nog even zitten voordat we gezamelijk de dag vol gaan maken. Recht voor ons is de kerk van Elst, een flinke toren, maar stiekem toch verder weg dan het lijkt dankzij de omweg door de woonwijk. Ik kan mijn waterflessen hier weer bijvullen. Er is genoeg keuze, vrijwel iedere bewoner is zo vriendelijk geweest een tuinslang naar voren te halen. Ook gaat mijn hoed iedere met water gevulde emmer in. Ik krijg zelfs bijna een waterijsje, maar helaas, ook hier is de laatste net voor mij vergeven. Het net missen van lekkere dingen zou een thema worden deze Vierdaagse.
Elst heeft uitgepakt dit jaar, en alles is blauw versiert. Bij toeval heb ik ook blauw aan vandaag, dus ik pas er goed tussen. Ook dit jaar ontkomen we niet aan het geschuifel op de plek waar de 30km lopers zich bij ons voegen. Ik zie enkele lopers zich in allerlei bochten wringen om via de stoep om de drukte heen te manoeuvreren. Ik sluit wel aan, het hoort er immers bij in Nijmegen. Door het centrum van Elst valt er weer veel te zien en het geluidsniveau van de vreugde alom, neemt grote hoogtes aan alvorens om te slaan naar een bijna serene rust op de weg richting Valburg. Hier gaat de 55km van de route af voor een klein lusje om zich er, voor ons, tweehonderd meter verderop weer bij te voegen. Ik kijk nog even om naar die route met gemengd gevoel, aan de ene kant toch zonde, maar ik heb er geen spijt van dat ik het toch 'veilig' heb gespeeld.
In Valburg eindelijk controle, en tegelijkertijd wordt het wandel-legioen doorklieft door motoren en een ambulance. In de verwarring raak ik mijn oom en tante kwijt. Ik sta even stil en klim op een paaltje om het overzicht te hebben. Ik zie ze niet, dus ik loop verder. Het blijkt dat we geen honderd meter uit elkaar liepen en zij zijn bij het viaduct over de snelweg naar mij uit aan het kijken als we elkaar weer zien. De temperatuur blijft maar stijgen, en we besluiten in het parkje bij het pannenkoekenhuis even in de schaduw onder een boom te gaan zitten. Met ons genoeg anderen. Vanaf hier blijkt de warmte de tol te gaan eisen aan vele wandelaars, en langs de lange zon-overgoten wegen via Slijk-Ewijk naar Oosterhout hebben de eerste hulp diensten genoeg werk om handen. Waar zouden we zijn zonder deze geweldige mensen. Het is af en aan met de motoren en de ambulances, ik heb het nog nooit zo extreem gezien.
In Oosterhout aangekomen is de temperatuur niet meer uit te houden, maar we moeten nog even door. Ik pak iedere koude douche onderweg mee, ook al ben ik na enkele meters alweer net zo droog en warm als daarvoor. De flessen worden ook weer gevuld. Na weer even gerust te hebben gaan we de dijk op. De meeste lopers lopen met het hoofd voorover, verstopt onder hoeden en natte handdoeken. Met deze warmte zal ik blij zijn als we weer over de dijk heen zijn. Onder beide bruggen is het erg druk met rustende lopers, allemaal de schaduw opgezocht. Dan komen we bij de nieuwe kades langs de zogenaamde Spiegelwaal. De afgelopen jaren was het hier even afzien, maar nu eindelijk kunnen we lopen over de prachtige Lentse Warande met schitterend uitzicht over het water, over het oude deel van Lent en Nijmegen daarachter. Het was het bouwen en verbouwen de afgelopen jaren in ieder geval waard. Hier is even een opstopping. Met een flinke menigte lopers staan we een klein kwartier stil voor het bochtje terug de Waalbrug op. In deze warmte niet erg prettig. Later bleek dat de weg voor ons tijdelijk versperd was vanwege weer een ambulance. Dan hebben we daar uiteraard zeker begrip voor.
Over de Waalbrug gaan we weer de feestende menigte in, voor de laatste keer vandaag. Langs het park liggen nog vele mensen die hulp nodig hebben vanwege de warmte. Niet alleen wandelaars, maar zelfs ook enkele toeschouwers. Er komt een tweetal militairen voorbij gestrompeld die een derde tussen hun in hebben hangen. Deze derde is zo te zien niet meer op deze wereld, en ze worden snel onderschept door hulp. Eigenlijk zelfs een beetje een schokkend gezicht. In de stad helaas nog steeds geen schaduw, tot de allerlaatste paar honderd meter, de zon schijnt veelal precies de straten in. Maar daar is de finish van vandaag weer en is het rondje weer compleet. Na afmelden lopen we richting het station en drinken we nog wat voordat mijn oom en tante en ik onze wegen weer scheiden. "Op de tweede dag!"