Dit was niet mijn fijnste dag, dit jaar:
's morgens om 4.00 u samen met Nils gestart; vol verwachting, want het grootste deel van het traject zou onbekend zijn.
Er was al aangekondigd, dat ,vanwege de warmte, de 30 en 40 km een half uur eerder zouden mogen starten.
Het eerste gedeelte van de route ging lekker; niet enorm snel, maar prettig en ontspannen. Her en der een praatje met Ererondelopers van de afgelopen nacht; voor mij stond de tocht de aankomende nacht gepland.
Vlak voor Alverna begon Nils te 'trekken'- normaliter zou hij mij er zó kunnen uitlopen, maar nu bleef hij opvallend 'achter'.
"Wat is er aan de hand?" Nils wilde aanvankelijk niets zeggen, maar na een paar stappen kwam het 'hoge woord' eruit: hij had geen zin meer! "Ik heb de indruk, dat ik de Vierdaagse
moet lopen om jou en mamma een plezier te doen en dat wil ik niet".
Zó,
dat was eruit!
Ik heb Nils uitgelegd, dat hij niet voor
ons maar voor zichzelf moest lopen - en als daarvoor geen motivatie (meer) was, dat hij dan moest stoppen. Ik stelde voor, dat hij één en ander zou overdenken voor Alverna: daar zou hij dan een knoop kunnen doorhakken: óf verder lopen, óf de bus naar Nijmegen nemen. In Alverna besloot Nils voor het laatste. Ik gaf hem de opdracht mee, dat hij in ieder geval zélf zijn moeder moest inlichten.
Terwijl het langzaam steeds warmer werd, liep ik alleen verder en dacht nog even na over ons gesprek: had ik iets anders moeten zeggen, had ik hem alsnog moeten motiveren? Half in gedachten liep ik Wijchen door en stak het spoor over. Ik kreeg niet veel mee van de 'gezelligheid' langs de kant, maar stapte stevig door. We praatten met enkele ervarener wandelaars over Leur, waar ik in een (veel) vroegere editie van de N4D ook al eens was geweest. Eigenlijk ging het heel gemoedelijk tot vlak voor Druten. Wel miste ik de Oase: voor de 55 km was een 'dependance' door Jos beloofd, maar die heb ik ook gemist. En toen ging het echt mis:
Uit het niets kreeg ik een stekende pijn in mijn buik (maag?). Ik moest even stilstaan en naar adem happen. Wat was dit?
Rustig doorstappen - slokje drinken- hé, waarom doet dat zeer?
Een stevige stap vertragen dan maar: voor mijn gevoel ging ik voetje voor voetje het feestelijke Druten binnen.
Druten had er een fantastisch feest van gemaakt: de grenswachten, het paspoort, de oldtimers, de klederdrachten, de rode loper! Het kon niet op!
Van de kant kreeg ik een snoepje aangereikt - dit veroorzaakte acuut zó'n droge mond, dat ik alleen nog maar op zoek ging naar 'vocht'. (gelukkig kreeg ik dat in de vorm van meloen en waterijsjes ook diverse malen aangereikt).
Na het enorme feest in Druten vormde Afferden een fijne
cooling down. Maar daarna kwam het lange 'niets'...
Terwijl de zon ongenadig begon te branden 'mochten' wij een eindeloos lijkende lange rechte weg tussen weilanden doorlopen; geen boom, geen huis, geen publiek.....én geen water(!) De enige 'afwisseling' die wij kregen, was het muziekgezelschap-op-de-fiets, dat ik eerder in de week ook al in Bemmel had gezien. Wat zijn dié leuk om onderweg te treffen!
Het gevoel in mijn 'binnenwerk' begon steeds vervelender te worden: mijn lijf schreeuwde alleen maar om vocht, terwijl ik probeerde, mijn meegebrachte sportdrank op de hete kale weg te rantsoeneren.
En toen was daar eindelijk Beuningen! Daar zou weer enige verkoeling zijn, of in ieder geval volk langs de kant, met een tuinslang!
Maar Beuningen was VOL: er konden nauwelijks nog mensen bij, op de straat: doordat de organisatie de 30 en 40 km eerder had laten starten, kwam nu voor mijn gevoel 'iedereen' tegelijk in Beuningen aan - er was geen doorkomen aan!
Iets lopen, dat zelfs maar
leek op een 'eigen tempo' was uitgesloten en iets aanpakken van de kant werd vrijwel nét zo onmogelijk!
Doorlopen naar het Meeting Point van de Gouden Kruisdragers, dan maar: daar wist ik, dat ik in ieder geval even zou kunnen zitten en wat zou kunnen drinken. Bij het punt aangekomen bleek ook hier het effect van de aangepaste starttijden; de post was bommetje vol en er was nauwelijks een zitplaats te krijgen. Dit ben ik niet gewend! Een mevrouw vertelde mij 'dat dit bij de Vierdaagse hoort: dat is toch
gezellig?
Mijn hoofd stond niet naar gezelligheid: ik moest zo snel mogelijk terug naar Nijmegen zien te komen - alleen op die manier zou ik nog aan voldoende rust kunnen komen, om om 17.00 u aan de start van de Ereronde te verschijnen. De weg van Beuningen naar Nijmegen werd een hel: de hitte, de drukte, mijn protesterende lijf.......
WAT DOE IK HIER? - Ik HAAT drukte!
Er knapte iets van binnen.
Slalommend door de traag meanderende stoet, bereikte in de Wedren: ik was kapot - volkomen uit mijn ritme - uitgedroogd - alleen. Het was tien voor half twee. Ik meldde me bij de Judoschool, waar ik ' s morgens mijn spullen voor de Ereronde had geparkeerd en meldde, dat ik die avond niet zou gaan lopen. Gelukkig was er begrip voor de situatie.
Ik dronk wat en ging in de schaduw zitten. Bijkomen, uithijgen, nadenken.
Toen op de fiets gestapt en naar de camping gegaan: douchen, een paar uur slaap.
Aan het eind van de middag de telefoon gepakt: een what's app-bericht van mijn schoonmoeder, die meldde, dat Nathan zijn begeleider aan de laatste controle had laten staan en nu zelf spoorloos was. Nils gebeld, die zijn broer wist te traceren: die was al op de fiets onderweg naar zijn logeeradres. Toen dit 'binnenbrandje' geblust was, bericht van Mira: haar fiets was gestolen.....
Nee dit was duidelijk
niet onze dag.
's Avonds bij het avondeten kon ik alleen drie raketjes op - het lijf wilde nog geen energie opnemen. Intussen vocht het personeel van het campingrestaurant tegen de striemende slagregens die het tentdoek geselden. Ik was blij, dat ik op dat moment niet op het parcours was. Vlak voor ik mijn ogen dichtdeed, nog een laatste berichtje: Mira's fiets was terecht.
Nee, alles bij elkaar: dit was
niet onze fijnste dag van de week
.