Eigenlijk had ik een weekendje rust ingepland, even geen lange tochten maken om mijn lichaam te laten herstellen van de Nijmegen-Rotterdam en de Dijk. Toen bleek dat ik de tocht over de dijk ging missen vanwege ziekte begon het toch wel weer te kriebelen om dit weekend te lopen. En aangezien ik hier vorig jaar mijn eerste Kennedymars gelopen heb en uit de nieuwsbrief van de organisatie bleek dat ze ontzettend druk bezig zijn geweest met de kinderziektes eruit halen won het sentiment het toch een beetje van de nieuwsgierigheid naar de tocht in Leerdam en schreef ik me hiervoor in. Ik heb er zelfs nog aan zitten denken om 's middags ook nog de 15 kilometer hardlopen mee te pakken, maar vrijdag voelde ik me nog steeds wat snotterig en het leek me daardoor toch verstandiger dit maar over te slaan.
De treinreis van het oosten naar het andere oosten was gelukkig maar kort, ongeveer anderhalf uur, waarvan de overstap in Dieren zo'n 10 minuten in beslag zou nemen. Ik stond daar met mijn handen in mijn zakken te bibberen, het leek me een koude nacht te worden. Voor alle zekerheid gingen er maar even een jack, handschoenen en een mutsje in de heuptas. Het andere jack zou ik bij vertrek al aantrekken, dus koud zou ik het niet krijgen.
Bij aankomst waren er niet heel veel bekenden, en vooral niet heel veel mensen waarvan ik weet dat ze in mijn tempo zouden lopen. Dan maar afwachten om te zien wie er voorop zouden komen lopen. Vlak voor de start kwam Antoine Huntink nog even langs, zijn afwezigheid bij de Nijmegen-Rotterdam deed mij al vermoeden dat hij geblesseerd zou zijn geraakt na Amsterdam-Tilburg, en dit bleek te kloppen.
Na de start werden we de eerste drie kilometers begeleid door een antieke brandweerwagen. Hierna mogen we zelf pijlen zoeken en al snel blijkt dat ik samen met Huub, Connie, en twee mensen van wie ik de naam niet meer kan herinneren voorop loop. Het jaar ervoor heb ik ook in hetzelfde groepje als Huub en Connie gelopen, en we rakelen nog wat herinneringen op over de bepijling en de routebeschrijving van vorig jaar. Dat was vaak meer een speurtocht dan een wandeltocht, met als topper de omschrijving die ons in een donker stukje bos zonder bepijling de juiste afslag aan moest wijzen: Bij het bosje met 3 opvallende beukenbomen rechtsaf. (Vlak nadat we hier voorbij waren werden er kaarsjes geplaatst, blijkbaar waren we gewoon weer te snel) De organisatie heeft echter goed geluisterd naar de klachten van vorig jaar en hun uiterste best gedaan om de markeringen te verbeteren. Ondanks dat krijg ik het toch in de eerste 20 kilometer twee keer voor elkaar om per ongeluk in mijn eentje voorop te lopen en een pijl te missen. Vanaf dat moment besluit ik toch om niet meer alleen te gaan lopen, en pak ik de hoofdlamp er maar even bij om de pijlen beter te kunnen zien.
Net als vorig jaar hebben we weer erg veel binnenrusten in brandweerkazernes. Aangezien Martien, het brein achter de tocht, zelf ook brandweerman is, zal dit vast geen toeval zijn. Overal is voldoende zitplek of worden er extra stoelen aangedragen zodat iedereen kan zitten. Ook is er vrijwel overal iets warms te eten, al ben ik niet zo'n fan van eieren waardoor ik het af en toe maar oversla. De soep op het punt van 40 kilometer is zelfs zo warm dat ik bijna blaren op mijn
krijg om hem op te krijgen voor de rest van de groep weer vertrekt, en ik had toch eigenlijk geen zin om alleen te lopen. Ondanks dat voornemen kom ik op een donker en smal bospaadje (rijkelijk voorziek van waxinelichtjes aan de zijkant) vooraan te lopen en zonder dat ik het bewust doe ben ik toch wat sneller gaan lopen en tegen de tijd dat de hoofdlamp weer uit kan en ik de kans heb om achterom te kijken zonder mensen te verblinden blijkt dat ik compleet weggelopen ben van de groep. Ik kan natuurlijk even blijven wachten, maar een stukje snelheidstraining lijkt me met het oog op de 6 uur van volgende week ook geen overbodige luxe. Ik besluit dus maar in flink tempo door te lopen, en veel de lamp te gebruiken om de bordjes op kruispunten te kunnen zien. Op deze manier kom ik erachter dat er nog twee groepjes van 2 personen waren die voor me liepen, maar na een kort praatje maak ik me toch telkens los. Bij de laatste binnenrust staan ze er zelfs wat verbaasd van dat er iemand al zo vroeg binnenkomt, en dat terwijl ik nog steeds ruim onder het schema van de maximale loopsnelheid die gegeven was zit. Ze verbazen zich er ook over dat ik niet uitgebreid wil komen zitten omdat ik bang ben dat de beenspieren dat even helemaal vast komen te zitten, en zo ga ik weer verder de nacht in. Bij de Emma-piramide (wat je in het Nederlands toch echt met een "i" als tweede letter schrijft, niet met een "y" zoals de paddenstoelen van de ANWB beweren) gaan we dit keer niet via het fietspad naar de top maar gaan we via de zijkant slechts een klein stukje omhoog, over een onverhard en duister pad. Als ik daar aankom moet men de kaarsjes voor de bewegwijzering nog plaatsen, maar gelukkig komt iemand op de mountainbike meerijden om me de weg te wijzen, dat is nog eens luxe.
Iets voor zevenen kom ik weer aan bij de starlocatie, waar vanaf half zeven een ontbijt klaar zou staan voor de wandelaars. Ik denk weer even terug aan vorig jaar: vrijwel even laat weer terug, een half uur later vertrokken, twee kilometer meer gelopen, vorig jaar bekaf en nu nog fris en fruitig. Ja, dat verschilt behoorlijk. Ik complimenteer Martien nog even met de manier waarop de kritiek van vorig jaar gebruikt is om dit jaar alles te verbeteren, waarop hij aangeeft dat hij hoopt dat er dit jaar weer meer verbeterpunten worden aangedragen om de derde editie nog beter te maken. Terwijl ik bezig ben met het smeren van de twee bolletjes die je als ontbijt krijgt (voordat mensen denken dat het karig is: hierna kon je ook nog gewoon boterhammen pakken) komt iemand van de lokale radio vragen of ze een interview met me af komen nemen, omdat ik toch de eerste persoon ben die binnenkomt. Dat mag, maar dan na mijn ontbijt, en terwijl ik met veel moeite de bolletjes naar binnen werk druppelen er meer mensen naar binnen. Na het aantrekken van een schoon shirt met korte mouwen en een korte broek blijkt dat we toch niet om de vermoedelijke half acht mogen starten, maar pas om acht uur. Intussen lijken de mensen van de radio mij vergeten te zijn, wat ik geen probleem vind, ik kan me niet echt voorstellen dat er iemand op zondagochtend voor achten naar de lokale radio luistert om verhalen van wandelaars aan te horen.
De eerste mensen beginnen om acht uur met het laatste rondje, ik besluit toch wat later te starten. Het toeval wil namelijk dat Mike, die bij de start net de oorkonde voor 25 kennedymarsen ontvangen heeft, deze dag 25 jaar oud is geworden. Om dit te vieren heeft hij voor de mensen die hij kent een traktatie verzorgd, en aangezien hij in het zuiden van Limburg woont is dat natuurlijk vlaai (van de Hema, dus die ook in de rest van Nederland te krijgen is). Dit leverde onderweg al de nodige spraakverwarring op toen hij vroeg of ik morgenochtend abrikozen- of aarbeienvla wilde hebben. Vla? Welke aap neemt er nou vla mee, en zijn die smaken niet beter geschikt voor yoghurt? Het duurde even voordat ik me herinnerde dat het ging over de taartachtige die in het deel "harde-G-Nederland" bekend staat als "vlaai". Aangezien de eindtijd me toch eigenlijk een worst is besluit ik om rustig nog even het stukje vla(ai) in mijn inmiddels tot rust gekomen maag te laten belanden en ik grap nog dat ik ze straks wel weer inhaal.
Bij vertrek kom ik al vrij snel tot de conclusie dat er ergens een pijl moet missen, aangezien ik bij een T-splitsing uitkom waar niets te vinden is en het stuk tussen de laatste pijl en die splitsing echt volledig vrij is van markeringen, na 4 keer controleren ben ik daar vrij zeker van. Dan maar de routebeschrijving erbij pakken uit het boekje dat we voor het laatste stuk hebben gekregen. Ik blader door "informatie", "informatie", "informatie", ah, geen routebeschrijving. Na wat gebel komen we tot de conclusie dat ik op de nachtroute terecht ben gekomen die dezelfde oranje pijlen gebruikt. Bij het teruglopen snap ik ook niet meer hoe ik het voor elkaar heb gekregen om te beslissen dat ik die straat in moet lopen, maar achteraf hoorde ik dat ik niet de enige persoon ben die het gelukt is. Inmiddels heb ik 50 minuten achterstand op de koplopers, dat ga ik in 15 kilometer echt niet meer goedmaken, maar aangezien ik nog vol energie zit besluit ik om straks maar eens te kijken of ik wellicht de 25 of 35 ga lopen in plaats van de 15. Het laatste stuk is tenslotte wel het mooiste deel. In juni dit jaar stond ik ingeschreven voor de Veluwezoomtrail, een hardloopwedstrijd in dit gebied, en die heb ik wegens een blessure af moeten zeggen. Wellicht is een lusje extra hier een mooie goedmaker. In stevig tempo loop ik door, en intussen ben ik maar gestopt met mensen die ik inhaal uit te leggen dat het toch echt geen snelwandelen is wat ik doe. Toch raak ik nog kort aan de babbel met een dame die een bekend gezicht heeft, en na twee zinnen opmerkt dat ik toch ook op het forum zit? Zij bleek de nieuwste telg uit het blik busso-babes Henrike te zijn. Omdat ik zelfs met flink ingehouden tempo toch wat te snel voor haar loop is het gesprek toch snel weer over, waarna ik toch nog even moet gniffelen om de geheimtaal hier: iedereen weet waar je het over hebt als je praat over "het forum".
Inmiddels is het asfalt overgegaan in zand, en ik merk dat ik inmiddels onverhard een stuk soepeler loop dan een half jaar geleden. Wellicht het resultaat van een aantal hardlooptrainingen off-road? Bij de splitsing van 15 en de langere afstanden voelt alles nog soepel en besluit ik toch maar een omweg te nemen. Ik blijf mensen voorbij lopen en heb redelijk wat opmerkingen over de "160 kilometer" achterop het shirt dat ik aanhad gekregen. Bij de splitsing 25/35 besluit ik om het toch maar bij 10 kilometer extra te houden vandaag, het begint warmer te worden, de enige verzorgingsposten die er onderweg zijn bestaan uit cafes waar je niets aan hebt als je geen geld bij je hebt en mijn watervoorraad begint toch aardig af te nemen. Gelukkig is er ook op de 25-route erg veel natuur te zien, en kom je na een flink stuk stuifzand dat heerlijk mijn sportschoenen in stroomt bij een erg uitdagend trappetje om vervolgens een pijl naar rechts te zien en een stempelpost links. Ik besluit toch maar even langs de stempelpost te lopen, waar de mensen er verbaasd van staan dat ik uit een ander pad kom dan de overige mensen. Water hebben ze hier niet (dat wordt zo gebracht .... hopen we), maar een pakje drinken is natuurlijk ook vocht. Na mijn schoenen geleegd te hebben is er een lokaal strandje ontstaan waar menig duitser graag zijn schepje in zou zetten. Meest opvallende verschijning op het pad dat nu volgt is een boom die omgevallen is en behoorlijk in de weg ligt op het pad, er is maar een pijl geplaatst om duidelijk te maken dat je hier echt rechtdoor moet. Ik moet even terugdenken aan mijn avontuurtje in de Ardennen eerder dit jaar, daar hebben we talloze van dit soort bomen moeten passeren, en door deze herinneringen vallen de heuveltjes van vandaag opeens weer heel erg mee. In deze trance kom ik aan op de volgende en laatste stempeltocht, waar wordt verteld dat ik de eerste persoon van de 25/35 kilometer ben. Dat verklaart de verbazing van de vrijwilligers achter de vorige post. Wederom is er bij deze post geen water (dat wordt zo gebracht .... hopen we), maar wel een kopje thee dat niet eens heel erg naar koffie smaakt, in tegenstelling tot het kopje thee dat ik vorig jaar tijdens dit lusje kreeg. Ik praat nog even wat met een van de vrijwilligers, en op het moment dat ik hem vertel dat we vorig jaar nog samen hebben geprobeerd een kikker te vangen die uit het terrarium ontsnapte toen een van de wandelaars het een goed idee vond om daar het deksel even van op te tillen herkent hij mij ook weer. Dit jaar is er geen terrarium, dat scheelt weer.
Het laatste stuk is overwegend bergaf, en aangezien ik beter in dalen ben dan in klimmen voel ik me hier helemaal in mijn element. De route gaat via wat stukjes die ik nog ken van de Winterswijk-Arnhem naar het landgoed van kasteel Rosendael. De bedriegertjes hier laat ik even voor wat ze zijn, hoewel een beetje verfrissing geen kwaad kan zit ik absoluut niet te wachten op vochtige schoenen. Vanaf hier is het niet ver meer en met flinke tred loop ik door een bijna uitgestorven Velp, alsof iedereen een plekje langs de kant van het hardloopparcours aan het zoeken is, de enige mensen die je ziet zijn andere wandelaars. Ook hier lijk ik het weer voor elkaar gekregen te hebben om een pijl van de dagtocht te missen, en kom ik uit bij de hoofdingang in plaats van de achtertuin. Eigenlijk vind ik het geen probleem, ik heb wel genoeg gelopen vandaag. Toch blijf ik snel doorwandelen tot ik bij een toilet kom met kraantje, de bidon was al een tijdje leeg en eigenlijk ben ik intussen wel dorstig.
Na het afmelden kom ik in het speciale kennedywandelaarszaaltje waar onze tassen worden bewaard. De vrijwilligers van de (vrijwillige?) brandweer ontvangen me hartelijk en bieden me een stuk koek, een stuk vlaai, een biertje en een borrel aan. De koek smaakt prima, de rest sla ik af. Een van deze mensen is wat verbaasd, vannacht was ik zo snel en nu zo laat?
Met een net-niet-prive-taxi wordt ik uiteindelik weer naar het station gebracht, en de terugweg is de eerste in tijden waarin ik niet steeds bijna in slaap aan het vallen ben. Ook merk ik wel dat mijn laatste twee tochten 125 en 160 kilometer geweest zijn, zo'n kennedymars waar ik vorig jaar compleet kapot aan ben gegaan stelt zo bijna niets meer voor.
Toch merk ik thuis dat zodra ik even ga liggen ik toch wel direct in slaap val. Even later word ik weer wakker en bedenk ik me nog dat ik nog even een wekker moet zetten omdat om middernacht de inschrijving van een ander evenement opengaat en dat die naar verwachting binnen een paar minuten vol zal zitten. Helaas werd ik er niet direct wakker van, dus ben ik nu al nummer 13 op de reservelijst. Maar met zo'n getal moet het wel goed komen