Kunnen jullie die jonge knul nog herinneren die bij ons in Dlp2 zat? Bernard is naast hem gaan zitten. Dat was een journalist die een verhaaltje moest maken over die malle wandelaars die vrijwillig zo'n eind gingen lopen. Hij begreep echt niet hoe iemand dat kan doen. Maar hij heeft er een leuk stukje van gemaakt, waar voor mij veel in te herkennen was:
Tachtig kilometer in het stikdonker
leerdam • Vanuit Leerdam konden wandelaars vrijdagavond starten voor een tocht van tachtig kilometer. “In het donker zie je geen afstanden, dat is prettig.â€
Het is na middernacht als de eerste wandelaars aankomen bij de tweede post van de route. Sommigen in groepjes, anderen alleen. De post bevindt zich midden in de polder, tussen Spijk en de provinciale weg naar Vuren. Behalve de feestverlichting in de partytent en de lampjes van de lopers is het stikdonker. In de verte is het nachtelijke verkeer van de provinciale weg te horen.
In de tent staan wat stoeltjes klaar en wordt er aan de lopende band koffie en thee geschonken. “Hebben jullie ook soep?†vraagt één van de wandelaars. De man wordt teleurgesteld. “Maar bij de volgende post zijn er wel weer krentenbollen.â€
Nog fit
Ter hoogte van deze tweede post is ruim twintig kilometer afgelegd en valt het met de vermoeidheid van de wandelaars nog wel mee. Er wordt luid gepraat. De kilometervreters vergelijken de Leerdamse variant met andere tochten.
“Nu zijn ze nog fit, je moet ze straks eens zien, na zestig kilometerâ€, zegt één van de koffieschenkers. “Dan wordt het een ander verhaal.â€
Lampje
De meeste wandelaars lijken goed voorbereid op de tocht. Wandelschoenen aan, volgepakte rugtas op de rug en een lampje op het hoofd.
Eén van de wandelaars heeft zelfs een GPS-apparaat bij zich. Dat leidt tot enige discussie over de afgelegde afstand. De man beweert dat hij exact 23 kilometer heeft afgelegd, terwijl het er volgens de organisatie echt niet meer dan 21 kunnen zijn. “Nee bij de hoek was het al 21 kilometer, we zitten er echt overheen.â€
Emblemen
Volgens Cora Overbeek, één van de organisatoren, lopen er vooral ervaren wandelaars mee. “Sommige wandelaars hebben al meer dan honderd Kennedymarsen gelopen. Tachtig kilometer is ook te veel om ongetraind te doen. Daardoor zie je vooral mensen die vaker aan dit soort tochten meedoen.â€
Dat wordt bevestigd door een van de deelnemers die al koffie drinkend een plaatsje zoekt. Op haar rugtas zitten de emblemen gespeld van de tochten die ze eerder heeft afgelegd.
“We zijn zeker ervaren wandelaars. We hebben de vierdaagse al vier keer gelopen.â€
Minder verkeer
Doordat er pas in de avond gestart wordt, speelt een groot deel van de tocht zich in het donker af. Volgens de wandelaars is dat helemaal niet zo erg. “Wandelen in het donker is eigenlijk juist prettig. Je ziet geen afstanden en hebt geen last van de zon in je gezicht. Bovendien is er ’s nachts een stuk minder verkeer.â€
Eén van de koffieschenkers wijst erop dat zo’n lange tocht met daglicht ook helemaal niet mogelijk is. “Dan kom je uren tekort. Nu start je in het donker en eindig je in het licht. Het is bovendien schitterend om een zonsopgang al wandelend mee te maken.â€
Kaarsen
Daar komt de volgende groep alweer aan. “Hallo, iemand koffie of thee?†“Nou, doe mij maar limonade.†Nog voor alle wandelaars voorbij zijn gekomen, valt het licht bij de post uit. Direct worden er kaarsen aangestoken. Ze geven weinig licht, maar het voegt wel iets toe aan de gezelligheid. Gelukkig is er binnen afzienbare tijd een klusjesman ter plaatse. Na het wisselen van de stekker springt de verlichting weer aan.
Rond half twee komt de laatste loper voorbij. “Ik loop in het begin altijd achteraan. Maar vergis je niet, ik haal ze wel in. Zij staan bij elke post te kleppen, dan maak ik mijn inhaalslag.†De vertrekkende wandelaar wordt een goede wandeling gewenst. “Misschien zie je ons nog bij een volgende post.â€
Terwijl de man in het donker verdwijnt, wordt de post afgebroken. Alle spullen gaan de auto in en worden verder op de route weer opgebouwd.
Voor zowel koffieschenkers als wandelaars wordt het nog een lange nacht.
Christiaan Bijl
Bron